Waarom met verdoving?

Een paard is een vluchtdier. Elke ingreep die we uitvoeren is voor een paard grotendeels een onaangename of onnatuurlijke ervaring. Bovendien werken we met geavanceerd elektronisch materiaal: ongecontroleerde bewegingen, schrikreacties of reacties op pijn zijn hierbij dan ook ronduit gevaarlijk. Het is onverantwoord en vaak zelfs onmogelijk een paard correct te onderzoeken, laat staan behandelen, zonder gebruik te maken van een gepaste verdoving.

Daarom worden de dieren steeds verdoofd, ook bij een onderzoek. Het paard blijft hierbij wel rechtstaan, maar is suf en voelt minder ongemak. Slechts na toediening van een verdoving kan op een nauwkeurige manier gewerkt worden.  Bij sommige ingrepen (tandextracties, behandeling van diastema’s enz.) wordt bovendien nog een lokale verdoving gebruikt om het paard pijnloos en op een niet-traumatiserende manier te kunnen behandelen.

Aan het toedienen van medicatie is er altijd een risico verbonden. Dit geldt voor eender welke injectie: het jaarlijkse vaccinatiespuitje, pijnstillers, antibiotica en kalmeringsmiddelen. De behandelende dierenarts tracht in alle gevallen de risico’s zo accuraat mogelijk in te schatten en hiernaar gepast te handelen. Bovendien zal er meestal een combinatie van verschillende producten gebruikt worden om de kans op eventuele nevenwerkingen te minimaliseren.

De dierenarts draagt op het moment van de behandeling de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zowel het paard als de eigenaar en zichzelf. Het is daarenboven de taak van de dierenarts om het dier op een efficiënte, correcte en zo humaan mogelijke manier te behandelen. Dit kan in vele gevallen alleen dankzij het gebruik van een gepaste verdoving.

Mijn winkelwagen
Je winkelwagen is leeg.

Het lijkt erop dat je nog geen keuze hebt gemaakt.